Milieu
Alvorens het bouwen van de terminal moesten de mobiele en immobiele verontreinigingen gesaneerd worden; minerale olie (mobiel), asbest, zware metalen en PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwater-stoffen) (immobiel). Vanwege een snelle gefaseerde oplevering van het terrein heeft de sanering tegelijkertijd met de bouw plaatsgevonden. Het belangrijkste uitgangspunt van de sanering was het realiseren van de uitgangspunten, die gelden voor bodemgebruikswaarde III (bebouwing en verharding). Dit betekent dat bij normaal gebruik geen humane blootstelling aan de onderliggende verontreiniging zal plaatsvinden.
Voor deze locatie is gekozen voor een saneringsvariant (IBC), die moet leiden tot isolatie en beheersing van de verontreinigingen, alsmede tot het controleren van de effecten van het isoleren en beheersen ervan. Na verwijdering en afvoer van de mobiele verontreinigingen, gevolgd door de uitvoering van een isolatievariant, is de locatie geschikt gemaakt voor het huidige gebruik, namelijk bedrijfsterrein. Isolatie van de immobiele verontreinigingen is in verticale richting gerealiseerd door het aanbrengen van een schone ophooglaag tot het gewenste maaiveldniveau en verharding met drainage.
Vanwege het achterblijven van verontreinigingen in de bodem geldt voor de locatie nazorg. De nazorg bestaat uit het in stand houden van de verharding binnen de gehele locatie.